GEP-NET

Testen op GEP-NET

Testen op GEP-NET

Er zijn veel verschillende soorten onderzoek die worden gebruikt om de diagnose GEP-NET te stellen. Mogelijk krijgt u te maken met een combinatie van verschillende onderzoeken, zoals:

Bloedonderzoeken: 1,2

  • Chromogranine A en B
  • Volledig bloedbeeld

Chromogranine is een stof die door ongeveer 80–90 % van de GEP-NET wordt geproduceerd,3 dus als het in het bloed wordt aangetroffen, is dit een vrij duidelijk aanwijzing dat er zich ergens een GEP-NET bevindt.

Een volledig bloedbeeld zal artsen helpen bij het zoeken naar andere mogelijke oorzaken van uw symptomen, zoals bloedarmoede of een infectie.

Urine-onderzoek:2

  • 5-HIAA

5-HIAA is een stof die door sommige GEP-NET wordt geproduceerd, dus het vinden ervan in de urine kan helpen om de oorzaak van eventuele symptomen te achterhalen.

Scans:1,4

  • Echografie
  • CT (computertomografie)
  • MRI (magnetische resonantiebeeldvorming)
  • PET (positron emissietomografie)
  • Nucleaire geneeskunde waarbij u een licht radioactieve traceerstof krijgt toegediend die op de scans verschijnt

Er kunnen verschillende scans worden gebruikt om een visueel beeld te krijgen van wat er aan de hand is en deze kunnen tevens helpen bij het lokaliseren van de GEP-NET in het lichaam bevinden.

Biopsie4

Een kleine hoeveelheid weefsel wordt uit de tumor genomen en in een laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van abnormale cellen die tot een tumor kunnen behoren.

Overige onderzoeken

Er bestaan verschillende onderzoeken die exact kunnen bepalen welk type GEP-NET u heeft, waaronder meerdere soorten scans en bloedonderzoeken. Er kunnen ook onderzoeken gedaan worden om de hoeveelheid van een bepaald soort hormoon in uw lichaam te bepalen. Dit kan het laboratorium helpen te bepalen waar de tumor zich bevindt omdat bekend is, afhankelijk van de locatie van de tumor, welke hormonen geproduceerd worden.5

Het onderzoekstraject naar GEP-NET kan lang en ingewikkeld zijn, waarbij u veel tijd kwijt bent met ziekenhuisbezoeken. Dit komt omdat het diagnosticeren van GEP-NET bijna hetzelfde is als een detective die aanwijzingen volgt en iedere mogelijkheid onderzoekt om verdachten één voor één te elimineren. Hoewel dit erg vermoeiend en stressvol kan zijn, dient u niet vergeten dat elke test – positief of negatief – u een stap dichter bij de juiste diagnose brengt. Het kan helpen om iemand mee te nemen naar de afspraken – ze kunnen mentale ondersteuning bieden en kunnen u ook helpen om meer van de informatie die u krijgt te onthouden.

Stadiëring en gradering

Zodra u gediagnosticeerd bent met GEP-NET, is de volgende stap om meer te weten te komen over uw specifieke tumor. Dit houdt in dat de GEP-NET wordt gestadieerd en gegradeerd:4

Stadiëring beschrijft de GEP-NET, zoals de grootte, de locatie en of het al dan niet al is uitgezaaid.

Gradering beschrijft wat de GEP-NET doet in termen van hoe snel of langzaam het groeit en of het zich waarschijnlijk verder zal uitzaaien.

Stadiëring

Ziekenhuizen kunnen verschillende systemen gebruiken voor stadiëring en gradering. Eén gemeenschappelijk stadiëringssysteem staat bekend als de TNM-classificatie. Dit staat voor:6

T – tumor: hoe groot is de tumor?

N – regionale lymfeklieren (node): zijn er lymfeklieren aangetast?

M – metastase: is de tumor gemetastaseerd, d.w.z. uitgezaaid naar andere delen van het lichaam?

Met het gebruik van cijfers na de letter krijgen we nog meer informatie over de GEP-NET:

T1 – T4: T1 betreft de kleinste tumoren. Bij T4 is de grootte niet van belang maar dat de tumor in omliggende weefsels is gegroeid.

N0 of N1: N0 betekent dat er geen lymfeklieren zijn aangetast, N1 betekent dat één of meer lymfeklieren zijn aangetast.

M0 of M1: M0 betekent dat de tumor niet is uitgezaaid, M1 betekent dat het is uitgezaaid.

Wanneer je de gegevens van de TNM-classificatie samen neemt, kun je bepalen in welk stadium de ziekte verkeerd:

Vervolgstappen na diagnose

Zodra het specifieke type NET is gediagnosticeerd, gestadieerd en gegradeerd kan uw arts een behandelplan voor u opstellen. Het kan hierbij gaan om medicijnen, operaties en/of andere procedures zoals radiotherapie. Zie GEP-NET behandelen.

REFERENCES:

  1. NHS. Neuroendocrine tumours. Beschikbaar op:
    https://www.nhs.uk/conditions/neuroendocrine-tumours/ Laatst geraadpleegd in oktober 2020.
  2. Living with NETs. Tumor marker tests. Beschikbaar op:
    https://www.livingwithnets.com/en-us/tumor-marker-tests/. Laatst geraadpleegd in oktober 2020.
  3. Kizilgul M, Delibasi T. Review article: Gastroenteropancreatic neuroendocrine tumors (GEP-NETs).Transl Gastrointest Cancer 2015;4(1):39-56.
  4. Ramage JK, Ahmed A, Ardill J, et al. Guidelines for the management of gastroenteropancreatic neuroendocrine (including carcinoid) tumours (NETs)Gut 2012; 61:6–32.
  5. CRUK. Pancreatic NETs; stages. Beschikbaar op:
    https://www.cancerresearchuk.org/about-cancer/neuroendocrine-tumours-nets/pancreatic-nets/stages-grades/stages. Laatst geraadpleegd in september 2020
  6. CRUK. Pancreatic NETS; Grades. Beschikbaar op:
    https://www.cancerresearchuk.org/about-cancer/neuroendocrine-tumours-nets/pancreatic-nets/stages-grades/grades-ki67-index. Laatst geraadpleegd in september 2020.