GEP-NET

Geneesmiddelen die gebruikt worden voor de behandeling van GEP-NET1,2

Geneesmiddelen die gebruikt worden voor de behandeling van GEP-NET1,2

Er zijn vele medicinale opties voor de behandeling van GEP-NET, ook hier afhankelijk van de locatie van tumor en welke symptomen het veroorzaakt. Ze kunnen ook worden ingezet naast of in plaats van een operatie of radiotherapie. Enkele van de gebruikte geneesmiddelen zijn:

  • Somatostatine-analogen (bekend als SSA’s)
  • Immunotherapie, zoals interferon-α
  • Chemotherapie
  • Doelgerichte therapie, bijv. angiogeneseremmers of tyrosinekinaseremmers (TKI’s)

Somatostatine-analogen (SSA’s)

SSA’s zijn de meest voorkomende behandelingen met geneesmiddelen voor GEP-NET.3

Somatostatine is een stof die van nature door het lichaam wordt aangemaakt. Het helpt de productie en afgifte van hormonen te reguleren.4

Somatostatine-analogen zijn kunstmatige versies van deze stof. Ze werken op dezelfde manier als natuurlijk somatostatine en houden de extra hormonen die door GEP-NET worden vrijgegeven onder controle. Dit helpt om de symptomen in de hand te houden.

SSA’s helpen ook om de groei van GEP-NET te stabiliseren en te vertragen.3

De twee belangrijkste SSA’s zijn lanreotide en octreotide.3,4

Zoals bij alle geneesmiddelen kunnen deze behandelingen bijwerkingen veroorzaken. De meest voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, een opgeblazen gevoel en diarree.4 Uw arts zal mogelijke bijwerkingen van uw geneesmiddel met u bespreken en zal willen weten of u bijwerkingen ervaart bij het begin van uw behandeling.

Er zijn twee soorten SSA’s: kortwerkende en langwerkende SSA’s.3 Kortwerkende SSA’s worden gebruikt om symptomen snel onder controle te krijgen en om te zien hoe u op dit soort geneesmiddelen reageert. Langwerkende SSA’s worden ongeveer om de 4 weken toegediend door middel van een injectie. U gebruikt ze gedurende de lopende behandeling van GEP-NET.3

Interferon-α3

Interferon alfa wordt gebruikt om de groei van GEP-NET te vertragen. Het wordt niet zo heel vaak meer gebruikt omdat veel mensen bijwerkingen krijgen van interferon-α. Het kan echter worden ingezet als u niet verder gaat met de behandeling met een SSA’s of in combinatie met een ander geneesmiddel.

Chemotherapie3,5

Chemotherapie is een term die wordt gebruikt voor alle geneesmiddelen (cytostatica) en combinaties van geneesmiddelen die in het algemeen worden gegeven voor de behandeling van kanker. Cytostatica kunnen aan uw behandelplan worden toegevoegd als:

  • Een operatie en/of andere geneesmiddelen niet goed genoeg gewerkt hebben;
  • Uw GEP-NET groeit snel;
  • Uw GEP-NET is uitgezaaid (gemetastaseerd).

Angiogeneseremmers

Angiogenese is het proces van het aanmaken van nieuwe bloedvaten – die van vitaal belang zijn voor de groei van een tumor.6,7

Angiogeneseremmers helpen dit proces te blokkeren zodat de tumor geen goede bloedtoevoer krijgt en niet kan groeien. Uiteindelijk zal de tumor dan kleiner worden6–8

Binnen de groep van geneesmiddelen die werken op de angiogenese van de tumor is er een sub-categorie, beter bekend als tyrosinekinaseremmers (TKI’s).6–8 Het is mogelijk dat u uw geneesmiddelen omschreven worden als een angiogeneseremmer of een TKI, maar ze werken allemaal op een vergelijkbare manier om de tumor te helpen verkleinen. De meeste angiogeneseremmers die worden gebruikt voor de behandeling van GEP-NET worden gegeven in de vorm van een tablet die u elke dag thuis inneemt. 7,9–11

De meest gebruikte angiogeneseremmers zijn:7,8

  • Bevacizumab
  • Sunitinib (een TKI)
  • Sorafenib (een TKI)

REFERENCES:

  1. NHS. Neuroendocrine tumours. Beschikbaar op:
    https://www.nhs.uk/conditions/neuroendocrine-tumours Laatst geraadpleegd in september 2020.
  2. Macmillan. Treatment for NETs. Beschikbaar op:
    https://www.macmillan.org.uk/cancer-information-and-support/neuroendocrine-tumours-nets#treatment_for_neuroendocrine_tumours_nets Laatst geraadpleegd in september 2020.
  3. Díez M, Teulé A, Salazar R. Gastroenteropancreatic neuroendocrine tumors: diagnosis and treatment. Ann Gastroenterol 2013;26(1):29-36. Beschikbaar op:
    https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3959515/ Laatst geraadpleegd in september 2020.
  4. CRUK. What are somatostatin analogues? Beschikbaar op:
    https://www.cancerresearchuk.org/about-cancer/neuroendocrine-tumours-nets/treatment/somatostatin-analogues/what-are Laatst geraadpleegd in september 2020.
  5. CRUK. Having chemotherapy. Beschikbaar op:
    https://www.cancerresearchuk.org/about-cancer/neuroendocrine-tumours-nets/treatment/chemotherapy/having Laatst geraadpleegd in september 2020.
  6. NIH: National Cancer Institute. Angiogenesis inhibitors. Beschikbaar op:
    https://www.cancer.gov/about-cancer/treatment/types/immunotherapy/angiogenesis-inhibitors-fact-sheet Laatst geraadpleegd in september 2020.
  7. Capozzi et al. Antiangiogenic Therapy in Pancreatic Neuroendocrine Tumours. Anticancer Research 2016. 36:5025-5030.
  8. Carrasco P, Zuazo-Gaztelu I, Casanovas O. Sprouting strategies and dead ends in antiangiogenic targeting of NETs. J Molecular Endocrinology 2017. 59;1:R77-R91.
  9. EMC. Nevaxar®  Summary of Product Characteristics. Beschikbaar op:
    https://www.medicines.org.uk/emc/product/226#. Laatst geraadpleegd in september 2020.